Overtuigingen, wat zijn het, hoe ontstaan ze
In het geval van musculoskeletale pijn zijn 'Ziektepercepties' de ideeën en gedachten die we hebben over de pijn die wij ervaren. Het woord 'ziekte' kun je vervangen door klachten. Een veel gebruikt model om deze percepties te begrijpen is het Common Sense Model of self-regulation of Health and Illness van Leventhal. Bekijk deze video over hoe dit CSM-model werkt en hoe je een vragenlijst naar percepties kunt gebruiken in jouw dagelijkse praktijk:
Overtuigingen, hoe beïnvloeden ze gedrag en emoties
1. Algemene kennis
die er bestaat in de maatschappij, over in dit geval rugpijn. Deze 'leken informatie' krijgen we gedurende onze opvoeding en vanuit ervaringen tijdens ons leven. Eigenlijk heb je dus al ideeën en gedachten die je verwachtingen over de rugpijn bepalen. Als de maatschappij zegt dat rugpijn iets ernstigs is, betekent dat je rug zwak is of dat je er nooit vanaf komt dan bepaalt dit mede jouw percepties en je verwachting.
2. Specifieke kennis
die je krijgt doordat je hulp gaat zoeken. Bijvoorbeeld bij een fysiotherapeut. Daar wordt je dan uitgelegd wat eraan de hand is. Deze informatie bepaalt sterk je perceptie, immers het komt van een deskundige. Als je hier verteld wordt dat je rugpijn niet ernstig is, je rug hier prima kan herstellen dan bepaalt het mede jouw percepties.
3. Individuele kennis
uit eerdere ervaringen. Heb je bijvoorbeeld eerder rugpijn meegemaakt en je hebt het opgelost door je rug recht te laten zetten, dan zal je zeer waarschijnlijk denken dat dit weer moet gebeuren. Deze ervaring bepaalt dan mede jouw percepties.
Wanneer zijn percepties disfunctioneel?
Nu blijkt uit literatuur naar het CSM-model, dat percepties matig geassocieerd te zijn met pijn en bewegen. Hoe sterker bepaalde percepties hoe meer pijn en problemen bij het bewegen we ervaren. Uiteraard zijn er naast percepties vele andere invloeden te bedenken op pijn en bewegen, vandaar dat de associatie matig is.
Je kunt percepties herkennen door te vragen (interview) naar de ideeën en gedachten die mensen hebben over hun klachten en door de IPQ-k Ziekteperceptie vragenlijst
te gebruiken. De scores op de IPQ-k (zoals je in de video hebt kunnen zien) gaan van 0-10. Om goed te kunnen bepalen of de percepties potentieel disfunctioneel zijn is de IPQ-k vragenlijst zeker niet voldoende. De uitkomst van iedere afzonderlijke vraag kan dienen als uitgangspunt voor verder onderzoek naar de percepties. Je kunt niet zijn zeggen dat een score van 7 op vraag 1 van de IPQ-k een disfunctionele perceptie is. Het zou best kunnen, maar dat vraagt om verdere analyse van de context.
Wat kun je doen aan disfunctionele percepties?
Dus een analyse van de context gericht op de algemene, specifieke en individuele kennis is bepalend om te beoordelen of percepties potentieel disfunctioneel zijn. En hierin vind je ook de mogelijkheden aanleidingen om percepties te veranderen. Het veranderen van deze disfunctionele percepties is een uitdaging, afhankelijk van hoe sterk en stabiel de percepties van iemand zijn. Je zal maar je leven lang gehoord hebben dat je een 'slechte rug' hebt en dat dit niet over zal gaan. Ook al blijkt er geen legitieme medische reden waarop de 'slechte rug' gebaseerd is, dan kunnen de percepties erover nog bepalend zijn voor hoe iemand met zijn of haar rug omgaat. Vermijden of angst gerelateerd veiligheidsgedrag liggen op de loer en leveren geen goede bijdrage aan het onder controle krijgen van de 'slechte rug'.
Help iemand met disfunctionele percepties door:
- Te laten begrijpen
wat er aan de hand is. Help mensen bij het leren dat pijn ontstaat vanuit ons zintuiglijke systeem waar we mee voelen. Haak aan op leerstrategieën die het beste past bij iemand. Het maar de vraag of een cognitieve strategie met pijneducatie meest effectief zal zijn. Een positieve beweegervaring met behulp van exposure zou weleens een veel krachtiger middel kunnen zijn.
- Controle te geven
over het managen van de klacht. Probeer te benadrukken wat iemand zelf kan doen. Vaak weten mensen al heel goed wat werkt, probeer dit uit te bouwen en probeer zo min mogelijk oplossingen te bedenken die de afhankelijkheid van jou als behandelaar betekent.
- Het geleerde toe te passen
in het dagelijks leven. Laat mensen een positieve beweegervaring toepassen in het dagelijks leven. Daar waar het relevant is voor die persoon, waardoor je het bewegen ook letterlijk koppelt aan de identiteit. "Ik kan weer sportren", "Ik kan weer met mijn kinderen spelen" en "Ik ben niet bang meer om mijn rug te belasten".
Bedankt voor het lezen!
Augustus 2021 Edwin de Raaij